Herman Vuijsje

WELKOM BIJ DE STADSBEMOEIALS

Ik ben er een, moet ik eerlijk toegeven. Eigenlijk al sinds ik naar Amsterdam verhuisde, op m'n achttiende. In die tijd zag je ze nog vaak in actie op straat, zonder terughoudendheid en zonder gêne. En ze lieten zich horen, hè. Dat hoorde bij de grote stad, had ik in de provincie al vernomen. Die Amsterdammers, die lieten zich niet de kaas van het brood eten.

Maar later durfden ze niet meer. Leken ze wel uitgestorven, die jofele Mokumers met hun recht voor z'n rape observaties, aanmoedigingen en afpoeieringen. Zelf ging ik er nog wel mee door, maar ik keek toch eerst eens even om me heen, vooral later op de avond. Wie ik tegenover me had en wie er in de buurt waren.

Dat is in een notendop mijn loopbaan als bemoeial. Stadsbemoeial. Want ik ben zo'n mannetje dat het nooit kan laten om zich overal tegenaan te bemoeien en z'n mening te geven - ongevraagd. Vroeger had je er een speciaal woord voor: 'trottoiropzichter'. Het bijzondere van een trottoiropzichter is dat ie maling heeft aan die Hollandse uitdrukking 'da's niet mijn pakkie-an'. Als je een trottoiropzichter bent, dan is álles je pakkie-an wat er in de stad gebeurt.

Nou ja... in de stad. Op je eigen stuk trottoir in ieder geval. Trottoiropzichters moeten vooral niet te veel om handen hebben. Een beetje tegen een schutting hangen, kijken of de bouw wel opschiet. Kringetjes spugen in de gracht, vanaf de brug - ook heel goed. Want op die manier kun je alles wat zich in dat stuk van jouw stad afspeelt, goed in de gaten houden. En er commentaar op geven aan ieder die het horen wil.
Zelf doe ik het ook weer vaker, de laatste tijd. Nodig is het altijd, en er lijkt weer meer ruimte voor. In de stad en nu ook hier in de digitale stad. Dus doe mee en kom erbij. Welkom bij de stadsbemoeials!